Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En dat gij in geen ding verschrikt wordt van degenen, [88]die tegenstaan; hetwelk [89]hun wel [90]een bewijs is des verderfs, maar [91]u der zaligheid, en dat [92]van God. 88. Dat is, die of met valse leer, of met zware vervolgingen en dreigementen zich stellen tegen de leer van Christus, om die te verdelen. 89. Namelijk den vervolgers en valsen leraars. 90. Dat is, een zeker teken dat zij ten verderve lopen. Zie 2 Thess.1:5. 91. Namelijk gelovigen, die u noch door valse leer laat verleiden, noch door vrees van vervolgingen verschrikken, om van het ware geloof af te wijken. 92. Dat doet hij daarbij, opdat zij niet zouden menen dat hunne standvastigheid een verdienende oorzaak zou zijn der zaligheid, en opdat zij zouden weten dat deze standvastigheid niet van henzelven, maar van God komt, gelijk in vs.29 verklaard wordt.